Bazen met een groot ego, zo ga je ermee om
Ze halen het bloed onder je nagels vandaan: bazen met een opgeblazen ego. Maar waarom stijgt het ze zo naar de bol? En als hun ego de hele kamer in beslag neemt, hoe pak je dan de ruimte voor jouw ideeën?
De egotrippende baas, wie kent hem (of haar) niet. Uitermate overtuigd van zijn eigen kunnen is alleen zijn visie de juiste. Alle successen zijn te danken aan zijn bewonderenswaardige inzet. De missers zijn uiteraard te wijten aan een ander. ,,Uit onderzoek blijkt dat ceo’s met narcisme het goed doen tijdens de crisis, maar daarna zijn ze heel slecht voor je bedrijf. Financiële resultaten gaan naar beneden. Ze communiceren niet met hun personeel. Zij hebben het gevoel dat er over hen en niet met hen wordt gepraat en werknemers vinden dat de dankbaarheid die ze verdienen, bij deze baas terechtkomt”, aldus psycholoog, trainer en auteur Martin Appelo tegen work-life platform Intermediair.
Wie zichzelf in extreme mate erg goed vindt, kan daarnaast weleens lijden aan het hubrissyndroom (naar het Oud-Griekse woord voor ‘overmoed’), zoals in 2009 beschreven door onderzoekers David Owen en Jonathan Davidson. In een studie naar het gedrag van Amerikaanse presidenten en Britse premiers in de afgelopen eeuw zagen zij een opbouwende tendens in het zelfbeeld van deze leiders. Hoe hoger de positie van de leider en hoe langer deze wordt bekleed, hoe groter de eigendunk van de leider wordt.
Toch moeten we bazen met een groot ego niet zomaar afschrijven. Een groot ego hebben hoeft niet per se een probleem te zijn, benadrukt arbeids- en organisatiepsycholoog Tosca Gort. ,,Een groot ego hebben – in de zin van ‘veel zelfvertrouwen hebben’ – heeft ook positieve kanten. Zo iemand neemt beslissingen die een ander niet aandurft. De grootste bedrijven ter wereld zijn een succes geworden door dat type mensen.’’ Dat beaamt Appelo: ,,Bij ceo’s en andere leidinggevende functies zijn mensen met narcistische kenmerken zwaar oververtegenwoordigd. Dat komt omdat narcisten op een bepaalde manier onverschrokken zijn en in situaties waar leiding wordt gevraagd, niet bang zijn om hun zegje te doen.”
Openstaan
Wie in een hoge positie verkeert, zal er ook vooral zelf op moeten letten dat het hem niet naar de bol stijgt. Cees ’t Hart, nu ceo van het Deense miljardenbedrijf en bierbrouwer Carlsberg, weet dat dit vaker voorkomt bij mensen op leidinggevende posities en doet er daarom alles aan om open te staan voor andermans ideeën. ,,Ik hoop dat de werknemers het gevoel hebben dat ik een van hen ben, want dat ben ik en zo voel ik dat ook.”
Toen hij begon als ceo bij het bedrijf verruilde hij een fraai kantoor op de twintigste verdieping voor een vacante werkplek in de minder chique kantoortuin. ,,Die verdieping waar ik eerst zat, was alleen bereikbaar voor de hoogste managementlagen. Ik zag er nooit iemand lopen. Ik had er tien dagen dood kunnen liggen voor iemand me gevonden had.’’ Zijn verhuizing had een signaalfunctie. ,,Ook al ben ik de baas, ik ben gewoon te benaderen. En zeg niet alleen wat je denkt dat ik wil horen. Ik ben juist geïnteresseerd in je vragen en je kritiek.’’
Regelmatig houdt hij ontbijtsessies met werknemers uit alle lagen van het bedrijf. Wanneer hij kan, probeert ’t Hart voor de lunch aan te schuiven in de bedrijfskantine. ,,Daar aan tafel hoor je bijvoorbeeld dat dat een nieuwe computersysteem dat ingevoerd is, eigenlijk toch heel onhandig blijkt om mee te werken. Als je alleen in de bestuurskamer blijft, bereiken dat soort dingen je niet snel.’’ Je ego in toom houden, is wat ’t Hart betreft onderdeel van goed leidinggeven. ,,Je hebt iedereen binnen het bedrijf nodig om vooruit te komen. Dat jij dan meer strepen hebt dan een ander, maakt niet uit. Je doet het samen.’’
Trekjes
Slechts 1 procent van de bevolking leidt aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis, weet Carien Karsten. Ze is psychotherapeut en coach. Wel hebben we allemaal narcistische trekken. ,,Maar dat kan geen kwaad. Het is zelfs wel gezond. We zien onszelf daardoor door een roze bril. Dat voelt prettig.”
Of je leidinggevende echt een narcist is, of alleen trekjes daarvan vertoont, in beide gevallen schiet je er weinig mee op om die typering te gebruiken. ,,De man of vrouw zal – zolang de resultaten gunstig zijn – er niet om worden ontslagen. Bovendien is het personeel meestal verdeeld. Sommigen laten over zich lopen en bewonderen hem of haar, de critici vrezen voor hun baan en laten daarom niets horen.”
Zeg eerst iets aardigs. Bijvoorbeeld dat je baas een leuke das of tas heeft. Karsten adviseert nooit rechtstreeks kritiek te geven. ,,Zeg eerst iets aardigs. Bijvoorbeeld dat je baas een leuke das of tas heeft en pas daarna dat je vermoedt dat hij nog succesvoller is als hij zijn medewerkers niet overvraagt. Maak de werkrelatie psychisch zo veilig mogelijk voor de narcist door duidelijk feedback te geven.”
Goed samenwerken met een (te) zelfverzekerde baas is zeker mogelijk, zegt ook Gort. Het gaat erom dat je jezelf staande weet te houden. ,,Als iemand sterk de leiding neemt, is het nu eenmaal natuurlijk gedrag voor mensen om te gaan volgen. Je kan erover in een hoekje zitten mokken, maar je lost er niets mee op.’’ Wees je ten eerste bewust van je eigen kwaliteiten, zegt Gort. ,,Als jij oké bent met jezelf, dan kan iets wat een ander doet je nooit zo hard raken.’’ Kijk naar wat jij bij te dragen hebt. ,,Misschien ben jij minder uitgesproken en charismatisch dan je baas, maar heb je wel een goede grip op de inhoud.’’
Probeer vervolgens bewust op de voorgrond te treden. ,,Vertoon zelf dat leidersgedrag door bijvoorbeeld met een alternatieve aanpak te komen. Is het een goed plan, dan presenteer jij je ook als leider en zullen mensen jou gaan volgen. Misschien de baas zelf ook wel”, aldus Gort. Ook Appelo heeft een suggestie: ,,Als je een narcistische baas heel luid en duidelijk aanspreekt op wat jij moeilijk vindt en wat je graag anders zou zien, neemt de kans dat zo’n baas er rekening mee houdt enorm toe.”
En hoe je dat dan doet? ,,Ga met een klein groepje praten. Begin altijd met iets positiefs, waardoor de baas zich veilig blijft voelen. Durf te vertalen naar een ik-boodschap wat de ander met jou doet en vraag of hij of zij bereid is daar rekening mee te houden. De meesten zullen dat doen.”