Sturen van bovenaf hoeft niet meer zo nodig. Sterker nog, het kan nauwelijks, zonder dagelijks en continu contact. Een leidinggevende die kan coachen en stimuleren wordt juist extra gewaardeerd in deze tijd, blijkt uit het jaarlijkse managementonderzoek.
Nu werken vanuit huis een blijvertje lijkt, zullen leidinggevenden moeten wennen aan managen op afstand. Dat vergt dus andere kwaliteiten van managen op de werkvloer.
Miniatuurvoorbeeld Lees ook:
‘Buschauffeurs adviseren om corona-app uit te zetten is niet verstandig’
‘Verandering nog nooit zo groot’
Arbeids- en organisatiepsycholoog Tosca Gort herkent de conclusies. “De verandering qua rol is voor managers nog nooit zo groot geweest als nu”, zegt Gort.
“Je valt nu enorm door de mand als je nooit resultaatgericht leiding hebt gegeven. Heel veel managers komen erachter dat ze nooit in beeld hebben gebracht of iemand eigenlijk wel functioneert, omdat ze geen meetpunten hebben op basis waarvan ze beoordelen of iemand zijn of haar werk goed doet. Dat is een enorm gemis.”
Betrokken, betrouwbaar, behulpzaam
De onderzoeker vroeg 1222 werkenden naar hoe zij hun leidinggevenden zien. Gemiddeld scoort de manager een 7,5, dat is iets beter dan een jaar eerder. Een gewaardeerde manager scoort goed op de eigenschappen betrokken, betrouwbaar en behulpzaam. Het glazen plafond vertoont verder nog weinig barstjes: de gemiddelde manager is een man van veertigplus. Net als een jaar geleden.
Soft skills
“Die meetpunten en daarop sturen, dat zijn harde skills. Maar je stijgt pas boven jezelf uit als je ook goed bent in soft skills. Want hoe houd je je mensen gemotiveerd? Dat is een enorme uitdaging”, gaat Gort verder.
Managers die niet goed weten hoe ze op afstand moeten sturen kunnen of de boel de boel laten, waarbij ze de resultaten helemaal uit het oog verliezen. Of ze gaan er juist bovenop zitten. Dat is ook niet goed.
Vertrouwen
Vertrouwen is belangrijk zegt Rob Rijbroek, directeur bij ISBW. “Door de coronacrisis zijn er al voldoende onzekere omstandigheden en de manager moet hier geen onderdeel van zijn.”
Toch kun je als managers worstelen met die nieuwe rol. Want uit hetzelfde onderzoek blijkt dat veel werkenden onder werktijd bezig zijn met hele andere dingen. Vooral klusjes in het huishouden, maar ook sporten en bellen met vrienden of familie. Of zelfs een dutje. Zeven procent doet een ‘powernap’ in de baas zijn tijd.
De vraag is: is dat erg? Nee, zegt Gort. “Als je precies weet wat iemand opgeleverd moet hebben aan het einde van de dag, week of maand zeggen de cijfers dan genoeg. Dan hoef je niemand te controleren”, legt zij uit.
“Uiteindelijk moet het draaien om het resultaat van het werk. Dat is ook hetgeen waar managers op moeten focussen”, vult Rijbroek aan.
Tijd over voor coaching
En als je je team niet als een politieagentje hoeft te controleren houd je tijd over voor coaching. Gort: “Die sociale structuur moet je bieden. Niemand moet het gevoel hebben alleen thuis te zitten. Mensen worden blij van kantoor, omdat ze hun collega’s daar zien. Dat contact moet je nu creëren.”
Slecht communiceren was altijd al een kantoorergernis, maar dat wordt in de thuiswerkrevolutie nog eens versterkt. En zo’n sociale structuur opzetten klinkt zwaar, het komt in de praktijk gewoon neer op bellen, eventueel met beeld.
Leuker
Daarmee wordt leiding geven ook weer leuker voor managers. “Als je een extraverte manager bent en dat zit in je persoonlijkheid, dan ga je helemaal kapot thuis. Dat is supersaai”, weet Gort.
“De meeste bedrijven hebben nog niet zo’n structuur hebben om geregeld met elkaar in contact te komen. Terwijl je jezelf daar een groot plezier mee doet. En dan wordt iedereen vanzelf blijer.”